首頁 歷史

我的帝國弗利蘭

我的帝國弗利蘭

孤獨的酋長 著

  • 歷史

    類型
  • 2022-03-07上架
  • 637786

    已完結(jié)(字)
本書由紅袖添香網(wǎng)進行電子制作與發(fā)行
©版權所有 侵權必究

威廉頌(弗利蘭改編版原文)

我的帝國弗利蘭 孤獨的酋長 823 2022-10-06 12:36:54

  1.

  Wilhelmus van Nassouwe

  ben ik, van Duitsen bloed,

  den vaderland getrouwe

  blijf ik tot in den dood.

  Een Prinse van Oranje

  ben ik, vrij, onverveerd,

  den Koning van Hispanje

  heb ik altijd ge?erd.

  2.

  In Godes vrees te leven

  heb ik altijd betracht,

  daarom ben ik verdreven,

  om land, om luid gebracht.

  Maar God zal mij regeren

  als een goed instrument,

  dat ik zal wederkeren

  in mijnen regiment.

  3.

  Lijdt u, mijn onderzaten

  die oprecht zijt van aard,

  God zal u niet verlaten,

  al zijt gij nu bezwaard.

  Die vroom begeert te leven,

  bidt God nacht ende dag,

  dat Hij mij kracht zal geven,

  dat ik u helpen mag.

  4.

  Lijf en goed al te samen

  heb ik u niet verschoond,

  mijn broeders hoog van namen

  hebben 't u ook vertoond:

  Graaf Adolf is gebleven

  in Friesland in den slag,

  zijn ziel in 't eeuwig leven

  verwacht den jongsten dag.

  5.

  Edel en hooggeboren,

  van keizerlijken stam,

  een vorst des rijks verkoren,

  als een vroom christenman,

  voor Godes woord geprezen,

  heb ik, vrij onversaagd,

  als een held zonder vreden

  mijn edel bloed gewaagd.

  6.

  Mijn schild ende betrouwen

  zijt Gij, o God mijn Heer,

  op U zo wil ik bouwen,

  Verlaat mij nimmermeer.

  Dat ik doch vroom mag blijven,

  uw dienaar t'aller stond,

  de tirannie verdrijven

  die mij mijn hart doorwondt.

  7.

  Van al die mij bezwaren

  en mijn vervolgers zijn,

  mijn God, wil doch bewaren

  den trouwen dienaar dijn,

  dat zij mij niet verassen

  in hunnen bozen moed,

  hun handen niet en wassen

  in mijn onschuldig bloed.

  8.

  Als David moeste vluchten

  voor Sauel den tiran,

  zo heb ik moeten zuchten

  als menig edelman.

  Maar God heeft hem verheven,

  verlost uit alder nood,

  een koninkrijk gegeven

  in Israël zeer groot.

  9.

  Na 't zuur zal ik ontvangen

  van God mijn Heer dat zoet,

  daarnaar zo doet verlangen

  mijn vorstelijk gemoed:

  dat is, dat ik mag sterven

  met eren in dat veld,

  een eeuwig rijk verwerven

  als een getrouwen held.

  10.

  Niet doet mij meer erbarmen

  in mijnen wederspoed

  dan dat men ziet verarmen

  des Konings landen goed.

  Dat u de Spanjaards krenken,

  o edel Neerland zoet,

  als ik daaraan gedenke,

  mijn edel hart dat bloedt.

  11.

  Als een prins opgezeten

  met mijner heireskracht,

  van den tiran vermeten

  heb ik den slag verwacht,

  die, bij Maastricht begraven,

  bevreesde mijn geweld;

  mijn ruiters zag men draven

  zeer moedig door dat veld.

  12.

  Zo het den wil des Heren

  op dien tijd had geweest,

  had ik geern willen keren

  van u dit zwaar tempeest.

  Maar de Heer van hierboven,

  die alle ding regeert,

  die men altijd moet loven,

  en heeft het niet begeerd.

  13.

  Zeer christlijk was gedreven

  mijn prinselijk gemoed,

  standvastig is gebleven

  mijn hart in tegenspoed.

  Den Heer heb ik gebeden

  uit mijnes harten grond,

  dat Hij mijn zaak wil redden,

  mijn onschuld maken kond.

  14.

  Oorlof, mijn arme schapen

  die zijt in groten nood,

  uw herder zal niet slapen,

  al zijt gij nu verstrooid.

  Tot God wilt u begeven,

  zijn heilzaam woord neemt aan,

  als vrome christen leven,-

  't zal hier haast zijn gedaan.

  15.

  Voor God wil ik belijden

  en zijner groten macht,

  dat ik tot genen tijden

  den Koning heb veracht,

  dan dat ik God den Heere,

  der hoogsten Majesteit,

  heb moeten obediëren

  in der gerechtigheid.

  16.

  FLILAN-

  Geweldig voorspoedig land,

  Gevestigd op de schouders van het Nederlandse moederland,

  Relief heersers William,

  Warriors uit de NASAO -familie,

  Zegen alsjeblieft het moederland en de gezondheid van Zimin,

  FLILAN EN Nederland,

  De glorie behoort tot dezelfde pols.

  17.

  Land op kale eilanden,

  Het is ons eeuwige geloof,

  Mijn moederland Freyland,

  Ik zal je verdedigen tot ik sterf,

  De vijand kan mijn moed niet nemen,

  De dood kan mijn wil niet verdragen

  Geef me alsjeblieft moed aan de Grand Duke en God,

  Pak het lange zwaard op om onze geboortestad te verdedigen.

  18.

  We komen uit het grote moederland en het Nederlands,

  We hebben dezelfde bron als Nederland,

  God beschutting ons als een moeder,

  Getrokken ook van mijn verheven idealen voor het land.

  19.

  Ik gezworen voor de nationale vlag en de Grand Duke Hall,

  Ik zal altijd van mijn moederland en Heer houden,

  Verdedig het land van het moederland,

  Guardian Justice,

  Zijn koninklijke hoogheid William en koning van Sao Sao,

  En Fleland en Nederland,

  Ik zal getuige zijn van mijn groei,

  Lang leve!

  Mijn lieve moederland Freyland,

  Lang leve!

  Mijn vriendelijke heer William.

按 “鍵盤左鍵←” 返回上一章  按 “鍵盤右鍵→” 進入下一章  按 “空格鍵” 向下滾動
目錄
目錄
設置
設置
書架
加入書架
書頁
返回書頁
指南